zondag 2 juni 2013

Check en check en check.

Het brood werd recht gesneden op zijn bleekhouten bamboebroodplank. De jongeman had een meergranen brood besteld. Nam het mee naar huis en legde het brood op de broodplank. Hij sneed een mooie dikke rechte snede van het brood. Zo had hij het altijd al gedaan. Elke dag vers brood en zelf snijden. Weinig gaf hij uit handen. Daarvoor was hij te, hoe noem je dat, te veréénzelvig met controle. Hij had het graag zo en voelde er zich op die manier goed bij.

Die drang was hem altijd bijgebleven. Als onuitwisbare inkt op zijn strakke vel. Vergroeid met het concept.

Zo kwam hij erbij om een tattoo te zetten. Een tattoo die alles omvatte. Thans tattoo's lagen hem niet, maar de moraal die een tattoo vertegenwoordigde intrigeerde hem mateloos.
Na jaren van twijfel had hij het aangedurfd om naar zo'n plaats te stappen waar ze zo'n ding vereeuwigen of beter gezegd 'verleven'. Het Keltische teken van de controle.

Zijn vrijheid was de controle en het overzicht. Het bracht hem tot een transcendent toestand. De paradox van de controle.

Nele